Beschrijving

‘Toen ze binnenkwam waren we verbaasd, toen ze wegging waren we verbijsterd. Nooit eerder hadden we een vrouw met Arlo zien vertrekken, we hadden in ons stamcafé zelfs nog nooit een vrouw naar hem zien kijken.’

De vrouw wordt door Meeks en de collega’s met wie hij hout hakt in de bossen bij Astoria aan de Amerikaanse noordwestkust met algemene stemmen uitgeroepen tot de mooiste meid van de staat Oregon. Arlo, hun baas, blijft zes dagen weg. Zijn vrouw, de Pakistaanse Shali die ooit illegaal het land is binnengekomen, lijkt opgelucht. Ze is zo blij en opgewonden dat ze geen tijd meer vrij wil maken voor de collega van Meeks met wie ze maandenlang de meeste middagen doorbracht.

Een paar dagen nadat Arlo terug is, verdwijnt hij opnieuw. Ook Shali is onvindbaar.

Twee US marshals stellen vragen over de verdwijning, evenals een man die er uitziet als Robert DeNiro en die iedereen, inclusief Meeks, de stuipen op het lijf jaagt.

Meeks heeft enkele dringende redenen om Arlo en Shali te gaan zoeken. Hij begint in Seattle waar hij de mooie vrouw terugvindt, en weer kwijtraakt, en eindigt op een ranch in Montana, dicht bij de grens met Canada, waar Pakistaanse huursoldaten een schuur bewaken waarin mensen opgesloten zitten die weinig kans maken ooit de bewoonde wereld te bereiken.

 

De werktitel van dit boek was ‘De mooiste meid van Oregon’. Ik bied alle liefhebbers van het misdaadgenre mijn oprechte excuses aan voor het feit dat ik zo dom was om me door de uitgever De Bezige Bij/Cargo te laten ompraten waardoor het boek de gemakzuchtige titel ‘Voortvluchtig’ kreeg.

 

Fragment

Toen ze binnenkwam waren we verbaasd, toen ze wegging waren we verbijsterd. Nooit eerder hadden we een vrouw met Arlo zien vertrekken, we hadden in ons stamcafé zelfs nog nooit een vrouw naar hem zien kijken. Lelijker dan Arlo zag je ze niet vaak. Hij was iemand bij wie de verhoudingen niet klopten, elk onderdeel was aanvaardbaar, maar bij elkaar was het een rommeltje. Zijn benen waren te lang voor zijn bovenlichaam, hij had geen middel en geen nek waardoor het bovenste deel van zijn lijf iets leek dat een keer onder een heiblok was gekomen. Zijn kin (drie kinnen in feite) was tussen zijn sleutelbeenderen gezakt en het deel tussen navel en schaambeen leek te zijn verdwenen. Dat laatste vermoedden we, niemand had Arlo ooit naakt gezien, en niemand wenste dat. Het gezicht was al erg genoeg, dunne slierten haar over de schedel, een laag voorhoofd, dikke wenkbrauwen die als luifels over de ogen vielen, een grote neus met knobbels op de plaatsen waar ze was gebroken en met links en rechts littekenweefsel, een smalle bovenlip en een onderkaak die te smal was voor het gebit waardoor je twee tanden zag met een gouden vulling en twee met een hoek eraf. Op de mondhoeken leek altijd speeksel te zitten, of schuim als Arlo kwaad was, en hij was vaak kwaad. Door onze groep werd hij beschouwd als de lelijkste man van Svensen en we dachten dat hij een plaats verdiende in de toptien van lelijkste mannen in heel Oregon.

Die ging dus weg met de mooiste vrouw die we in vele maanden hadden gezien in Chez Albert, het enige café aan de westkant van Svensen (750 inwoners), twaalf mijl van de havenplaats Astoria.

‘Ze keek rond, zag Arlo, liep naar hem toe en vroeg hem om een drankje,’ zei Russell. Hij klonk of hij een half uur hard had gelopen. ‘Ze zag ons niet eens. Gewoon rechtuit naar Arlo: Dag schat, krijg ik wat te drinken van je.’

‘Schat?’ vroeg Dennis 2. ‘Zei ze: schat?’

‘Schat,’ zei Russell. ‘Ik stond er naast. Arlo bestelde ...,’ hij boog zich naar voren, ‘wat bestelde hij, Thorleif?’

Thorleif Erickson legde de doek waar hij glazen mee had gepoetst weg. Hij was de eigenaar van Chez Albert, dat nooit een Albert had gekend en dat het Chez had gekregen na een bezoek van Thorleif aan Louisiana waar ze, naar hij beweerde, Frans spraken. Chez betekende hetzelfde als See, zei hij. See Albert. Dat had Thorleif gedaan nadat hij had aangepapt met een vrouw die hem had betoverd, regelrecht haar bed in waar hij nog lag toen Albert thuiskwam. See Albert was sinds die tijd een soort code in Svensen voor: kijk uit.

‘Ze wilde vermouth. Met een twist.’

‘Wat is dat, een twist,’ vroeg Randall.

‘Ik zou het verdomd niet weten,’ zei Thorleif, ‘maar ik had nog een potje olijven. Die schijnen ze in vermouth te doen.’

‘In James Bondfilms.’

‘Ergens. Dat heb ik ook maar gedaan. Drie olijven. Ze keek verbaasd, maar ze dronk het wel op.’ Hij klonk trots. ‘Ze wilde er nog een.’

‘Met bier voor Arlo en toen waren ze weg. Hoe oud schatten jullie haar?’

‘Dertig,’ zei Dennis 2. ‘Hooguit. En Arlo is, wat is-ie, zestig?’

‘Drieënzestig,’ zei Thorleif. ‘Snap je die vent nou. De lelijkste man van Oregon, maar mooi wel getrouwd met Shali en die is misschien net 35.’

’36, de vorige maand was ze jarig. De mooiste vrouw van Svensen.’

‘Niet zo moeilijk als je ziet wie hier wonen. De mooiste.’ Thorleif pakte de doek op en poetste een glas. ‘Verreweg, maar lang niet zo mooi als ...’

‘Lang niet,’ zei Russell met een zucht. ‘Waar zouden ze naartoe zijn?’

‘Wat denk je?’

‘Godsamme.’ Russell zuchtte opnieuw. ‘Grotegodsamme als ik eraan denk waar ze naartoe zijn en wat ze doen. Godsamme.’

 

Recensie

Dit is de twintigste thriller van de journalist (1944) die voor ‘Het alibibureau’ in 2000 De Gouden Strop won en sinds 1987 de Bob Evers jongensboeken schrijft. Deze spannende thriller heeft een hoog tempo, heel kleurrijke hoofdpersonen en vrij realistisch beschreven geweld en seks en zal vooral mannen aanspreken, maar ook vrouwen die van een meer robuuste verteltrant houden.

(Drs. Madelon de Swart, NBD|Biblion)

 

Voortvluchtig
Titel:Voortvluchtig
Uitgever:De Bezige Bij/Cargo
Jaar:2010
Serie:Jeff Meeks
Pagina's:303
Isbn:978 90 234 5880 7